De pijnlijke waarheid


“Hoe kan het dat zoveel mensen dit niet zien?”
“Hoe is het mogelijk dat het niet tot mijn familie doordringt, terwijl het zo duidelijk is?”
“Hoe kan het dat zoveel mensen hierin meegaan?”
“Al kom ik met allemaal feiten, dan nog willen mijn vrienden het niet geloven.”
“Al die tegenstrijdigheden zijn toch zichtbaar, dat kan toch niemand ontgaan?”


Met regelmaat krijg ik dit soort vragen voorgelegd en wordt mij gevraagd of ik dit kan verklaren,
vanuit mijn vakgebied. Ik heb daar inderdaad wel ideeën over.


Onze hele fysiologie is erop gericht om te overleven.
Dit doen we door gevaar en dreiging te vermijden of af te weren.
Ook op psychisch vlak zijn we ‘gewired’ om pijn te vermijden.
Daarvoor hebben we diverse strategieën ter beschikking, zoals ontkennen, negeren of verdringen.
Dat doen we vooral als gaat om zaken waarvan we het gevoel hebben daar geen invloed op te
hebben.


Het ontwikkelen van onze ‘overlevingsstrategieën’ begint in onze kindertijd, in de tijd dat we
machteloos en hulpeloos zijn, overgeleverd aan de zorg van anderen.
Mechanismen die erop gericht zijn om je in leven te houden worden vanwege hun waardevolle
functie geautomatiseerd. Zo ontstaan gedragspatronen, waarvan we ons later niet meer bewust zijn.


Hoe we zijn opgevoed, hoe we benaderd en behandeld zijn als kind, in hoeverre we voorzien zijn in
onze behoeften, al deze elementen hebben een grote impact op hoe wij onszelf en de wereld om ons
heen zien en benaderen. Dit bepaalt hoe we ons leven leiden, onderweg naar volwassenheid.


Een jong kind kan geen onderscheid maken tussen zichzelf en diens omgeving. Als er een nare sfeer
heerst of er is veel stress, dan vertaalt het kind dat naar zichzelf. Het kind denkt dat het zelf slecht is.
Bovendien is een ervaring of gebeurtenis voor een kind al gauw overweldigend, omdat het nog niet
in staat is zichzelf te reguleren en het nog geen tools heeft ontwikkeld om de situatie te hanteren.


Het kind heeft de ouders of verzorgers nodig om gevoelens te reguleren en om veiligheid te creëren.
Als ouders, om welke reden dan ook, niet of niet volledig beschikbaar zijn voor het kind (door hun
eigen issues, onbeantwoorde behoeften of bewuste dan wel onbewuste trauma’s), dan kan deze
‘absentie’ door het kind als traumatisch ervaren worden.


Als kind zijnde ben je afhankelijk van je ouders of verzorgers om jou in leven te houden. Als je hen
zou verliezen, zou dit betekenen dat je sterft, omdat je nog niet voor jezelf kunt zorgen. Daarom
moet de relatie met je ouders koste wat het kost beschermd worden. Zelfs als dat inhoudt dat je
jezelf in de steek moet laten, door je eigen gevoelens en behoeften te ontkennen. Want de angst om
de ouders of verzorgers te verliezen is ondraaglijk en levensbedreigend. Een jong kind geeft eerder
zichzelf op dan de band met de ouders.


Negatieve gevoelens ten opzichte van de ouders, zoals boosheid, worden dan afgesplitst, zodat het
kind de ouders kan blijven ervaren als ‘goed’ en ‘veilig’. De ‘slechte gevoelens’ worden onderbewust
geprojecteerd op zichzelf (“Ik ben slecht, ik ben fout, ik ben schuldig”) of op de buitenwereld. Daar
kunnen de gevoelens een eigen leven gaan leiden: het monster onder het bed of de boeman
bijvoorbeeld. Deze externe gevaren representeren gevoelens die niet jegens de ouders gevoeld
kunnen worden, omdat ze de hechtingsrelatie bedreigen. Het kind dissocieert van diens eigen
ervaringen. Om te overleven.


Dat is waarom kinderen loyaal blijven aan hun ouders, zelfs als die hen mishandelen of misbruiken.
Dat is waarom mishandelde vrouwen bij hun gewelddadige partner blijven.
En dat is waarom mensen zich overgeven aan autoriteit, ook al vraagt die autoriteit iets wat niet
gezond of niet logisch is.
Het alternatief is namelijk het onder ogen zien van de pijnlijke waarheid: dat diegenen die wij zouden
moeten vertrouwen, diegenen van wie wij afhankelijk zijn, niet in staat zijn om ons te geven wat wij
nodig hebben; dat zij ons geen veiligheid kunnen garanderen.
En dat besef geeft angst.
Angst om aan ons lot overgeleverd te zijn.
Angst voor de dood.
De ultieme angst.


Wat we afgelopen anderhalf jaar hebben zien gebeuren in de hele wereld, is dat er veel angst en veel
verwarring is. En beide aspecten maken ons afhankelijk van autoriteit. Omdat we on(der)bewust
opnieuw worden geconfronteerde met de hulpeloosheid en machteloosheid die we als kind zijnde
hebben ervaren. Met de angst om niet te overleven. Waarvoor we allerlei mechanismen hebben
ontwikkeld, om die pijn niet meer te hoeven voelen. Om die realiteit niet meer toe te laten.
De realiteit dat we sterfelijk zijn.


Door de overlevingsmechanismen kunnen we bepaalde dingen niet meer zien.
Niet meer ervaren.
Niet meer toelaten.
Ooit zijn we gestopt met voelen.
Met uitreiken.
Met mogelijkheden zoeken.
Met onze stem laten horen.
Omdat we hebben geleerd dat we machteloos zijn.
En dat waren we ook.
Toen.


De afgesplitste gevoelens en ervaringen zijn niet of nauwelijks meer toegankelijk.
Het aanraken van de verdrongen waarheid voelt meteen als een bedreiging.
En als we ons bedreigd voelen worden automatisch onze overlevingsstrategieën geactiveerd.
Zodat we niet hoeven zien.
Zodat we niet hoeven voelen.
Zodat we er niets mee hoeven.


Maar dat wil niet zeggen dat het er niet is.
De waarheid is altijd aanwezig.
De waarheid is altijd vindbaar.
Voor wie deze wil vinden.


Ook omtrent het crisisbeleid, is alles zichtbaar, vindbaar of traceerbaar.
Teksten.
Video’s.
Artikelen.
Censuur.
Belangenverstrengelingen.
Tegenstrijdigheden.
Leugens.
Realiteit.


Hugo de Jonge, die beweerde dat mondmaskers schijnveiligheid zijn.
En die tijdens de maskerplicht zonder masker boodschappen deed.
Mark Rutte, die sprak over groepsimmuniteit, maar dit vervolgens ontkende.
Die aangaf zich nog nooit te hebben laten testen, omdat testen zonder klachten geen zin had.
En die beweerde het boek van Klaus Schwab niet te kennen, totdat hij geconfronteerd werd met een
brief die hij zelf aan de heer Schwab had geschreven, als reactie op dat boek.
Grapperhaus, die zijn gasten knuffelde, ondanks zijn grof verdedigde anderhalve-meter-gebod.
Wim-Lex en Maxima, die gearmd en ontmaskerd poseerden met een restauranteigenaar in hun
vakantieoord.
De ontwikkelaar van de PCR-test, die op niet mis te verstane wijze heeft aangegeven dat deze test
niet geschikt is voor diagnostiek.
Hetgeen vervolgens precies datgene is waarvoor die gebruikt wordt.
Injectieproducenten, die weinig kunnen garanderen qua effectiviteit en veiligheid.
Politici en deskundigen, die de injectie desalniettemin als ‘volkomen veilig’ aanprijzen.
Of zelfs opdringen.
Zonder dat iemand aansprakelijk kan worden gesteld bij ‘nevenschade’.


Het is allemaal ‘out there’.
Het is letterlijk verteld.
En vastgelegd in documenten en video’s.


Iedereen kan het zien.
Maar niet iedereen kan het zien.


Mensen kiezen er massaal voor om te vertrouwen op de ‘deskundigen’ en de
‘volksvertegenwoordigers’.
Want zij zijn de leiders die ons moeten beschermen tegen het gevaar.
Zij moeten zorgen dat wij veilig zijn.


Maar we zijn nu geen kinderen meer.
We zijn niet meer afhankelijk van externe leiders.
We zijn leider van ons eigen leven.


Het erkennen van de realiteit brengt consequenties met zich mee.
Erkennen betekent eigen pijn onder ogen zien.
Eigen pijn verwerken.
Erkennen dat mensen die jij vertrouwde jou (onbedoeld) hebben beschadigd.
Jou hebben voorgelogen.


Erkennen vraagt iets van je.
Het loslaten van vertrouwde ideeën en strategieën.
Verantwoordelijkheid nemen voor je eigen keuzes.
Voor je eigen leven.
Voor je eigen levensinvulling.


Illusies doorprikken.
De illusie dat er een autoriteit is die volledig in jouw belang handelt.
De illusie dat die autoriteit ervoor zorgt dat jij niets tekort komt.
De illusie dat het leven alleen uit mooie en fijne dingen bestaat.
De illusie dat, als je ergens niet aan denkt, of niet over praat, het er ook niet is.


De gevolgen van het erkennen van de realiteit zijn groot.
Daarom wordt de comfortabele leugen vaak verkozen boven de pijnlijke waarheid.


Vriendinnen van mij hebben me letterlijk verteld:
“Ik ben bang dat het waar is wat jij zegt. Maar ik wil niet dat het waar is.”
“Ik heb geen tijd om dat allemaal uit te zoeken. En ik wil het eigenlijk ook niet weten.”
“Ik denk dat je gelijk hebt, maar ik hoop dat het overwaait.”
“Ergens voel ik ook wel dat dit allemaal niet klopt. Maar ik hoop dat, als zoveel mogelijk mensen nu
even meewerken, binnenkort alles weer normaal is”.
“Ik voel dat het klopt wat jij vertelt… maar als ik daaraan toegeef dan wordt alles anders!”


Dat is waar.
Als je de pijnlijke waarheid onder ogen ziet, kun je ‘m niet meer niet-zien.
Dan kun je niet meer op de oude voet verder.
Dan wordt alles anders.


Hoe kun je de waarheid kennen?
Wat is waarheid?


Waarheid is afhankelijk van de wijze waarop we waarnemen.
En van hoe vrij we zijn om waar te nemen.
In hoeverre we openstaan voor het (er)kennen van de waarheid.


Waarheid is relatief, afhankelijk van je perspectief.
Ieder van ons heeft zijn eigen realiteit en zijn eigen waarneming.
Ieder van ons heeft zijn eigen pijnlijke ervaringen.


Waarheid is in die zin ook absoluut.
De gevoelens die jij ervaren hebt, zijn waar.
De pijn die jij ervaren hebt, is waar.


Ieder van ons heeft strategieën ontwikkeld om deze pijn te onderdrukken.
Om te overleven.


Maar leven is iets anders dan overleven.
Leven vergt waarheid en waarachtigheid.
Leven omhelst alles: prettige én pijnlijke ervaringen.
Het elimineren van het een, betekent het elimineren van het ander.


Het is essentieel om je eigen waarheid te kennen.
Zodat je dingen in perspectief kunt zien.
Zodat je kunt reflecteren in plaats van projecteren.


Waarheid kennen en erkennen is geen puur cognitief proces.
Je ratio weet niet alles.
Sterker nog: je ratio heeft geholpen om waarheid te ontkennen.


Waarheid is een dieper weten.
Een weten voorbij alle overtuigingen en denkkaders.
Waarheid weet je zonder het te bedenken.
Waarheid weet je via lijfsignalen.
Waarheid weet je door resonantie van binnen.
Waarheid weet je door het te voelen.


Waarheid is realiteit.
Waarheid is ervaring.
Waarheid is essentie.
Waarheid is het leven zelf.


Dat is het mooie van waarheid.
Waarheid erkennen werkt bevrijdend.
En vrijheid komt met verantwoordelijkheid.


Het opgeven van je vrijheid, is het opgeven van je verantwoordelijkheid.
En het opgeven van je verantwoordelijkheid, is het opgeven van je vrijheid.


Dat is de pijnlijke waarheid.

De andere pijnlijke waarheid


Naar aanleiding van ‘De pijnlijke waarheid’ heb ik veel reacties ontvangen van mensen die
herkenning vinden in wat ik schreef. Ook werden er diverse vragen gesteld over hoe het dan zit met
mensen die juist wél zien wat er speelt.
Daarover gaat deze vervolgtekst.


Hoe je de wereld als kind zijnde hebt ervaren, heeft invloed op hoe je nu naar de wereld kijkt.
Het gaat om je eigen perceptie.
De (impliciete) conclusies die je op basis daarvan getrokken hebt.
De gevoelens en ervaringen die daarmee gepaard gaan.
En dat proces begint al heel vroeg in ons leven.
In de baarmoeder al.


In de beginfase van jouw leven hier op aarde bestaat jouw wereld alleen maar uit jou en je ouders.
Er is een sterke afhankelijkheidsrelatie.
Omdat je anders sterft.


Maar ouders zijn niet perfect.
Ouders zijn mensen.
Met hun eigen pijn.
Hun eigen verdriet.
Hun eigen noden.
Hun eigen onvervulde behoeftes.
Hun eigen frustraties.


Onze ouders deden wat zij konden met datgene wat zij hadden.
Maar wat je niet hebt kun je niet geven.
Wat je niet kent kun je niet zien.
En wat je niet erkent kun je niet veranderen.


Ik ben ervan overtuigd dat geen enkele ouder bewust kinderen ‘neemt’ om die kinderen vervolgens
eens lekker te gaan beschadigen.
Dat wil echter niet zeggen dat dit dan ook niet gebeurt.
Beschadigde ouders projecteren en botvieren hun beschadigingen op hun kind, bewust danwel
onbewust.
Ik ken geen één ouder die voor zijn kind dezelfde ellende wil als die hij of zij zelf heeft ervaren.
Maar als je als ouder zijnde je eigen pijn niet kan (h)erkennen en hanteren, is dit precies wat er kan
gebeuren.
En als je geen nieuwe wegen of tools leert, dan blijf je doen wat je geleerd hebt.
Wat je kent.
Wat vertrouwt voelt.
Ook al is dat destructief.


Ik heb het niet alleen over fysieke mishandeling.
Ook het niet kunnen erkennen van de behoeften van je kind, omdat je zelf niet in die behoeften bent
voorzien.
Het opgeslokt worden in je eigen zorgen, frustraties of angsten, waarvoor je een uitweg hebt
gevonden in afleiding, verdoving of verslaving.
Of zelfs het niet beschikbaar (kunnen) zijn voor je kind, omdat je keihard werkt en vele overuren
maakt om financieel je hoofd boven water te houden.
Dit doe je voor je kind.
Maar je kind heeft daar geen boodschap aan.
Je kind heeft behoefte aan iets anders.
Je kind heeft behoefte aan jouw aanwezigheid.
Aan geruststelling.
Aan veiligheid.


En als jij zelf als kind zijnde niet erkend bent in jouw behoeften, jouw eigenheid, jouw speelsheid en
jouw puurheid, dan kan het ondraaglijk zijn om juist datgene te zien in je kind.
Omdat het jou confronteert met jouw gemis.
Met jouw pijn.


En we kennen allemaal wel die standaard zinnetjes, waarvan de boodschap is dat jouw behoeften er
niet toe doen.
“Schaam je dat je dat niet lust, de kinderen in arme landen hebben helemaal niets te eten”.
“Stel je niet aan, dat gebeurde vroeger ook zo”.
“Kinderen die vragen worden overgeslagen”.
“Jij bent de oudste, dus jij moet de wijste zijn”.
“Jij bent de jongste, wat weet jij nou?”


Het gaat er niet om jouw ouders te beschuldigen.
Het gaat er ook niet om ze te ont-schuldigen.
Het gaat om het erkennen van de realiteit.
En nu verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen lijf en leven.


In mijn vorige post vertelde ik over de verdrongen realiteit.
Maar pijnlijke realiteit hoeft niet altijd verdrongen te zijn.
Als jij wél bewust bent van jouw eigen pijnlijke ervaringen, dan herken je deze ook eerder.
Dan zie je de signalen.
Dan herken je de ‘red flags’.
En dan zie je bepaalde ontwikkelingen van mijlenver aankomen.


Ook daarin zit een risico.
Het risico van projectie.
Iedere autoriteitsfiguur zien als onderdrukker.
Iedere verandering van buitenaf ervaren als gevaarlijk.
Jezelf alvast wapenen uit zelfbescherming.
Om te voorkomen dat het jou ooit wéér overkomt.


Als je jouw eigen pijn, verdriet en woede niet verwerkt hebt, dan ga je deze afreageren.
Dan krijgt iemand in het hier en nu de lading die eigenlijk bedoeld was voor je ouders.
Maar die je toen niet kon toelaten of uiten.
Dan ga je je frustratie botvieren op de nieuwe autoriteitsfiguur die dat gevoel in jou triggert.
Dan wil je vergelding.
Dan wil je wraak.
Dan wens je die ander het allerslechtste toe.
Dan wil je die ander uit de weg ruimen.
Dan ga je dus precies datgene doen waarvan je die ander beschuldigt.
Dat is de keerzijde.
De kunst is om jouw eigen kennis en inzichten uit je verleden te gebruiken om vergelijkbare dingen in
het hier en nu te herkennen.
Om goed voor jezelf te zorgen en verantwoordelijkheid te nemen als volwassene.
Zónder de lading van vroeger.
En zonder die lading te negeren of ontkennen.
Die lading is namelijk datgene wat gezien en verwerkt mag worden.


Daarom is zelfkennis, zelfinzicht en zelfontwikkeling zo belangrijk.
Zodat je wél herkent, maar in het hier en nu blijft.
Vanuit je gezonde geest te zien wat de wereldleiders en machthebbers doen.
Te voelen wat dit met jou doet.
Te ervaren wat er met jou gebeurt.
Te weten wat jij hiermee te doen hebt.
Voor jouzelf.
En daarmee voor de wereld.


En het kan als heel frustrerend voelen als een ander niet ziet wat jij ziet.
Je kunt de visie of perceptie die iemand heeft echter niet rechtstreeks veranderen.
Je kunt een ander niets opdringen of opleggen.
Je kunt een ander ook niet veranderen.
Als je een ander de les gaat lezen en gaat vertellen wat hij wel of niet moet geloven of doen, dan
plaats je jezelf in de rol van een autoriteitsfiguur.


Je kunt jouw kennis, ervaring en inzichten delen.
Het is vervolgens aan de ander wat die ermee wil, kan of doet.
En als die ander niet naar jou luistert, dan is het vervolgens belangrijk om weer terug te gaan naar
jezelf en te voelen wat dit met jou doet.
Voel je je niet gehoord?
Voel je je niet serieus genomen?
Voel je je afgewezen?
Erken dit en kijk er met compassie naar.
Waarom raakt jou dit zo?
Waar landt het op?
Waar ken je dit van?
Daar zit de pijn.
Dat mag aandacht krijgen.


Dan hoef je de ander niet meer te veroordelen omdat die anders denkt dan jij.
Dan hoef je de ander niet af te keuren omdat die jou niet gelooft.
Dan hoeft je de ander niet af te wijzen omdat die niet doet wat jij zegt.
Dan ben jij jij en die ander is die ander.


Ik zeg hiermee niet dat je alles maar moet tolereren.
Voel wat voor jou klopt en laat die ander in diens waarde.
En als die ander over jouw grenzen gaat kun je dit respectvol aangeven.
En indien nodig afstand nemen.


We zijn allemaal zielen, met een eigen persoonlijkheid.
Een eigen, persoonlijke perceptie.
Een eigen, persoonlijke focus.
Een eigen, persoonlijke missie.
En vanuit dit persoonlijke vertrekpunt maak je deel uit van het collectief.
Neem je deel aan het collectief.
En beïnvloed je het collectief.
Door te zijn wie jij bent en te doen waarvoor jij hier bent.
Door trouw te zijn aan jezelf en aan je eigen waarden.


Besef dat hoe jij de ander benadert, zal bepalen of diegene nog naar jou zal uitreiken.


Blijf bij jezelf en houd de verbinding naar de ander vrij.
Offer jezelf niet op voor de ander.
Maar offer de verbinding met de ander ook niet op vanuit jouw oude pijn.


De realiteit dat een ander ons geen veiligheid kan garanderen is de pijnlijke waarheid.
Het onbewust herhalen van onze eigen pijnlijke ervaring uit het verleden is de andere pijnlijke
waarheid.
Maar wel een waar je invloed op hebt.
Het gaat uiteindelijk om het erkennen van JOUW waarheid.
Van hoe het voor JOU is geweest op bepalende momenten in jouw leven.
En hoe dit zich heeft gemanifesteerd in jouw zelfbeeld, jouw wereldbeeld, jouw persoonlijkheid en
jouw gedrag.
Daarom is het belangrijk dat JIJ hier aandacht voor hebt.
Dat jij met compassie kunt kijken naar jouw pijn.
Naar wat jij hebt moeten doen om te overleven.
En wat dit met jou gedaan heeft.


JIJ bent de sleutel.
De ander gaat het voor jou niet oplossen.
Het IS niet op te lossen.
Het gaat niet om ‘problemsolving’.
Het gaat om zien.
Doorzien.
Erkennen.
Herkennen.
Doorvoelen.
Verwerken.
Dragen.
En uitdragen.


Mariëlle Van Heugten
Psycholoog & traumatherapeut